Melanoom

Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit pigmentcellen (melanocyten). Pigmentcellen komen vooral voor in de huid. In groepjes bij elkaar vormen zij een moedervlek. Er is sprake van een melanoom als een groep pigmentcellen is veranderd in kankercellen. Ontdekking en verwijdering van een melanoom is heel belangrijk. Als het melanoom is verwijderd, keert bij de meeste mensen de ziekte nooit terug. Bij een aantal mensen keert het melanoom wel terug en kan het zich verspreiden (uitzaaien). Er is een grotere kans dat het melanoom zich kan verspreiden in het lichaam, als het melanoom dikker is. Deze dikte van het melanoom (Breslow-dikte) wordt onder de microscoop gemeten.

In Nederland worden per jaar meer dan 5000 melanomen ontdekt. Het melanoom komt steeds vaker voor. In 2017 kregen bijna 6800 mensen de diagnose melanoom.

De dermatoloog kan aan de moedervlek vaak zien of het een melanoom is. Om dit goed te kunnen zien gebruikt de dermatoloog een dermatoscoop. Dit is een kleine hand-microscoop.

Als de arts denkt dat u een melanoom heeft, dan moet de moedervlek door een operatie met plaatselijke verdoving worden verwijderd. De moedervlek wordt opgestuurd en met een microscoop onderzocht. Door dit onderzoek kan met grote zekerheid worden gezegd of u een melanoom heeft. Verder wordt onder de microscoop gekeken naar de dikte van een melanoom (Breslow-dikte).
 
Operatie
Een dermatoloog of chirurg verwijdert het melanoom door een operatie. U krijgt hiervoor een plaatselijke verdoving. Als het melanoom met de microscoop is onderzocht en de dikte van het melanoom bekend is, krijgt u een tweede operatie. Rondom het litteken waar het melanoom bij de eerste operatie is verwijderd, wordt voor de zekerheid opnieuw een stukje huid van ongeveer 1 of 2 centimeter weggehaald. Hoe groot het weg te halen stukje huid is, is afhankelijk van de vastgestelde dikte (Breslow-dikte) van het melanoom. Bij deze tweede operatie kan een vrij grote wond ontstaan, die niet altijd direct kan worden dicht gemaakt. In dat geval wordt met u besproken hoe de huid moet worden gesloten. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om ergens anders op het lichaam een stukje huid weg te halen en hiermee de operatiewond te sluiten (huidtransplantatie).

Onderzoek en het verwijderen van de lymfeklieren
Bij melanomen die dunner zijn dan 0,8 millimeter wordt na de eerste en tweede operatie geen verder onderzoek gedaan. De kans op uitzaaiingen is erg klein. Is een melanoom dikker dan 0,8 millimeter, dan kunt u kiezen voor verder onderzoek naar mogelijke uitzaaiingen naar de dichtstbijzijnde lymfeklier (schildwachtklier, dit wordt ook wel de ‘sentinel node’ genoemd). Bij dit onderzoek gebruikt men een kleurstof. Deze kleurstof wordt in de huid gespoten op de plek van het litteken van het weggehaalde melanoom. De kleurstof gaat naar de dichtstbijzijnde lymfeklier, en zo vindt men dus de schildwachtklier. Vervolgens wordt deze klier verwijderd en onderzocht op uitzaaiingen. Zijn er in deze klier geen uitzaaiingen, dan is de kans op uitzaaiingen in de andere lymfeklieren zeer klein. Als er wel uitzaaiingen worden gevonden, dan wordt in sommige gevallen alle lymfeklieren in de directe omgeving verwijderd.

Verdere behandeling
Als er geen uitzaaiingen zijn, dan zullen er na de operaties geen andere behandelingen gegeven worden. Als alleen een uitzaaiing in de schildwachtklier gevonden wordt en verder niet, dan kan besproken worden om aanvullende immuuntherapie of doelgerichte therapie te geven. Als er uitzaaiingen zijn in andere plaatsen van het lichaam, kan worden gekozen voor chemotherapie, immunotherapie, doelgerichte therapie of radiotherapie. Uw arts zal dit dan met u bespreken.

Folder melanoom van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie

Meer informatie